DidgeriDoeHetZelf

Music Tools



 

Didgeridoo Mondstuk

Als je een didgeridoo koopt kun je het geluk hebben (of je kunt je didge er op uitzoeken), dat het houten mondstuk precies goed is om op te spelen. Het mondstuk is dan mooi rond of enigszins ovaal, zonder al te scherpe kanten en de afmetingen zijn niet te groot of te klein. Op de foto hiernaast zie je zo'n voorbeeld. De binnendiameter van het mondstuk is dan vaak ergens tussen de 25 tot 35 mm. Mijn ideale mondstuk is ca. 32 mm, of de lengte van het bovenste kootje van mijn duim.
Zo'n didge waarop je zonder bijenwas kunt spelen heeft het voordeel dat het mondstuk nooit zal vervormen, ook niet als je er een keer tegenaan stoot. En ook na langer spelen zal de was niet langzaam verdwijnen. Het nadeel is dat als je na verloop van tijd een groter of kleiner mondstuk wilt hebben, dat je dan toch weer met bijenwas aan de slag moet.
Verder is een houten mondstuk natuurlijk makkelijker schoon te maken. Wel schijnt het zo te zijn dat bijenwas van zichzelf ook licht ontsmettend werkt; die eigenschap heb je dus niet bij een houten mondstuk.
Meestal zal op je didge echter een mondstuk van bijenwas zitten. Zie bijvoorbeeld de foto hierhaast. De bijenwas kan er om verschillende redenen zitten. Soms zit er bijenwas op omdat mensen denken dat dat bij een didge hoort. Je kunt in dat geval kijken hoe het mondstuk eruitziet als je de bijenwas eraf haalt. Soms heb je dan een houten mondstuk dat prima te bespelen is.
Soms zit er bijenwas op het mondstuk, omdat het houten mondstuk te ruw is of niet mooi rond. En soms helpt een laagje bijenwas om de didge precies op een zuivere toon te stemmen.
Meestal zal er echter bijenwas zijn gebruikt, omdat het mondstuk te groot (of soms te klein) is. Met bijenwas kun je het mondstuk dan in de juiste diameter boetseren. Als je je didge niet bij een speciaalzaak koopt, is er een redelijke kans dat het mondstuk niet optimaal is aangebracht. Hieronder zie je hoe het mondstuk in principe aangebracht moet zijn.

Mondstuk vervangen of zelf aanbrengen

Wat heb je nodig?

Wat je nodig hebt hangt een beetje van de didge af en of je een bijenwas mondstuk nodig hebt of wilt hebben. Het is in ieder geval handig om de volgende spullen bij de hand te hebben:
  • Bijenwas (zonder parafine)
  • Föhn
  • Vijl / mes
  • Eventueel een fornuis en een pan met water en een pannetje/bakje om de bijenwas in te smelten
  • Eventueel hout, een draaibank en ander timmermansgereedschap
  • Geduld en voldoende tijd

Mondstuk vervangen

Als je een didge koopt met een te groot mondstuk, of als de bijenwas van je mondstuk is versleten of als het mondstuk niet goed is, dan kun je natuurlijk het mondstuk zelf (opnieuw) aanbrengen. Je kunt ook bij een didge speciaalzaak vragen of ze het voor jou doen, maar zo'n winkel is niet altijd in de buurt en ook niet altijd open als je nou net met een mondstuk probleem zit.
Hier is een handleiding hoe je het mondstuk zelf aan kunt brengen of kunt vervangen. Het is slechts een indicatie en iedereen zal zo zijn eigen manieren en vuistregeltjes hebben. Wees dan ook niet bang om te experimenteren totdat je je eigen optimale manier en optimale mondstuk hebt gevonden. Bijenwas kun je makkelijk opnieuw zacht maken of smelten en weer aanbrengen.

Als er al bijenwas op je mondstuk zit dan kun je dat gaan kneden of je haalt het er eerst af. Dit hangt er vooral van af hoeveel je het mondstuk wilt wijzigen. Als de bijenwas weggesleten is, is het vaak handiger om eerst alle was van het mondstuk af te halen. Je kunt dan het houten mondstuk goed bekijken en indien nodig schoon en droog maken. Je houdt dan een kaal, houten mondstuk over (zie schets). Je kunt zelfs proberen of je nu ook goed op je didge kunt spelen, eventueel na met een vijl of mes de scherpe kantjes weg te halen.

Hieronder volgt eerst een beschrijving hoe het mondstuk er ongeveer uit moet zien. Daarna volgt hoe je de bijenwas kunt verwerken. Lees de beschrijving dus eerst helemaal door.

Hoe moet het niet?

Wat je vaak ziet bij didges met een groot mondstuk, is dat de was er als een soort schijf op is gezet. Dit is in de schets rechts enigszins aangegeven. 

Maar waarom moet het zo niet?
Hiervoor is een aantal redenen. 

Eén reden merk je al vrij snel als je op zo'n mondstuk probeert te spelen. Als je je mond op zo'n mondstuk zet, dan drukt het ook je neus dicht. Circulair ademen wordt knap lastig als je neus dicht zit.

Een andere reden is meer technisch. Zo'n plat mondstuk heeft een vrij scherpe overgang van smal naar breed. Hierdoor krijg je allerlei wervelingen net achter het mondstuk. Verder valt de druk net achter het mondstuk ineens weg. Het is alsof je (een beetje overdreven) op een ring zit te spelen zonder didge erachter. Om nog iets technischer te worden: je hebt hier een impedantie aanpassingsprobleem. De kleine opening in de was heeft een grote impedantie (weerstand). De brede pijp achter het was heeft een kleine impedantie (weerstand). En bij grote impedantie overgangen gebeuren allerlei rare effecten. Dit zie je ook bij auto's. Om te zorgen dat auto's niet te veel benzine gebruiken zijn ze gestroomlijnd. En als je een caravan achter je auto hebt, dan probeer je de overgang auto - caravan zo gestroomlijnd mogelijk te maken, eventueel met een soort schuine windvanger op het dak.
Een ander effect van impedantie overgangen zie je bij de overgang lucht-water. Als je een stok in het water stopt, lijkt die gebroken, doordat lucht en water voor licht een andere impedantie hebben.

Kortom, als je van een flink breed mondstuk een smal mondstuk wilt maken, dan moet je het vloeiend doen.

Hoe moet het wel?

Zoals al gezegd, de overgang van bijenwas mondstuk naar houten pijp moet vloeiend zijn. En je moet er voor zorgen dat je neus vrij is. In de schets rechts is aangegeven hoe dit er ongeveer uit moet zien. Je hebt hier flink wat was nodig om een goed mondstuk te maken. Maar ook als je de opening maar een klein beetje moet verkleinen zijn de volgende vuistregels van toepassing:
  • De binnenkant van het mondstuk moet zo vloeiend mogelijk overgaan in het houten binnenwerk. Dit kan betekenen dat je een paar centimeter aan de binnenkant van je didge met was moet opvullen.
  • De buitenkant gaat bij voorkeur een stukje over het hout heen. Dit zorgt voor extra stevigheid van het mondstuk
  • Waar je lippen het was raken, is de was relatief scherp en recht naar binnen. Hierdoor kun je betere boventonen maken.
  • Je neus raakt het was niet, zodat je vrij kunt ademen.

Het mondstuk verkleinen met hout

Je kunt het mondstuk, zeker als het veel te groot is, ook met hout verkleinen. Hiervoor moet je wel de nodige handigheid hebben met dingen zoals een draaibank, vijlen, bijtels en wat dies meer zij.

Je kunt namelijk van hout een mondstuk maken dat zowel precies bij jouw mond past en dat in de didge past met het te grote mondstuk. Het kan zijn dat je de didge eerst moet aanpassen, zodat je de houten "kurk" in de didge kunt schuiven.

In de schets rechts is aangegeven hoe zo'n mondstuk er ongeveer uit kan zien. Ik ben zelf geen timmerman dus ik kan geen exacte handleiding geven. Je moet er wel op letten, dat de vorm weer lijkt op wat bij het mondstuk van bijenwas is beschreven. Aan de binnenkant moet alles dus mooi "aerodynamisch" verantwoord zijn. Het houten binnenwerk kun je met houtlijm of met bijenwas vastzetten. Eventueel kun je grote oneffenheden aan de binnenkant of buitenkant opvullen met bijenwas (of kneedbaar hout, waarbij je we moet opletten of dit niet giftig is).

Een dergelijke techiek zie je soms ook bij didgeridoos die je in de winkel koopt. Als je een brede didge ziet met een toch acceptabel mondstuk met bijenwas eroverheen, is het de moeite waard om dit te controleren. Hier moet je vooral erop letten, dat de binnenkant van het houten inzetstuk niet ineens ophoudt en weer een scherpe overhang vormt. Een dergelijk inzetstuk is namelijk veel makkelijker te maken, terwijl de kwaliteit van het geluid er vaak wel onder lijdt. Je kunt in dat geval proberen met bijenwas die scherpe overgang vloeiender te maken.
 

Mondstuk verwijderen

Als je het mondstuk eerst schoon wilt hebben voordat je nieuwe was aanbrengt, dan zul je de oude was eerst moeten verwijderen. Je kunt deze was later altijd weer door de nieuwe was mengen, alhoewel hij vaak wel wat donkerder zal zijn door het vuil dat er toch in zit.

Je kunt het grootste gedeelte van de was vaak van je didge afkneden of er af trekken of snijden. De laatste restjes kun je eventueel met een föhn warmmaken en bijvoorbeeld in keukenpapier op laten zuigen. Je kunt nu het bijna was-vrije mondstuk verder schoonmaken of eventueel beter in vorm krijgen door met een vijl of mes aan de slag te gaan.

Bijenwas verwerken

Er zijn allerlei manieren om bijenwas te verwerken en verschillende didge spelers en bouwers zullen je ook andere adviezen geven. Ik heb zelf twee manieren gebruikt (en combinaties hiervan). Ze werken allemaal en je kunt het beste zelf proberen welke jou het beste bevalt.

Kneden

Een simpele manier is om de bijenwas warm te maken door het te gaan kneden. In het begin zal dit moeilijk gaan, maar na een paar minuten wordt de bijenwas goed hanteerbaar. Eventueel gebruik je een föhn om de was wat sneller kneedbaar te krijgen. Het lijkt dan een beetje op kinder klei (Play-Doh). Je kunt dan -net als op de kleuterschool- een worstje gaan rollen, of tussen je handen of op een plankje. Je zorgt dat het worstje overal ongeveer even dik is en dat het lang genoeg is om een ring te maken (een soort inktvis ring) die op het mondstuk van je didge past.
Je legt vervolgens die ring op het houten mondstuk en je gaat de ring aan elkaar kneden, zodat je een vloeiende ring krijgt. Tegelijkertijd ga je de was wat aan de binnenkant en de buitenkant van je didge "over laten lopen". Hierdoor krijg je een betere hechting en krijg je het vloeiende verloop aan de binnenkant van je didge.
Als die basis er ligt, dan kun je de vorm verder gaan afwerken, waarbij je weer let op de vloeiende vorm aan de binnenkant, het vrijhouden van je neus, de goede vorm en diameter voor je mond, en de relatief scherpe rand aan de binnenkant van de ring.
En klaar ben je.

Smelten

Wat meer werk is het om de was eerst te smelten. Je doet dit au-bain-marie (kijk maar in het Libelle kook-boek als je niet weet wat dit is :-), kortweg een pannetje in een grotere pan met kokend water, waardoor de temperatuur nooit hoger wordt dan 100ºC). Als de was na zo'n kwartiertje gesmolten is, dan kun je de didge gaan dompelen in de gesmolten was. En net als kaarsen worden gemaakt, dompel je de didge een aantal keer in de was waardoor je een voldoend dikke laag krijgt.
Je kunt tussendoor de was nog wat in de goede vorm proberen te duwen, alleen zul je merken dat dit lastig is. De was stolt eerder aan de buitenkant en als je gaat duwen, kom je vaak de nog vloeibare binnenkant tegen, die heerlijk aan je vingers blijft kleven.
Als er voldoende was aan het mondstuk zit, dan ben je in principe klaar. Ook nu weer kun je de vorm nog wat verder proberen te kneden. Je kunt hier echter een paar dingen merken. Een ding is dat de was nog te vloeibaar kan zijn en dat je mondstuk dreigt te mislukken. Een ander ding is dat gestolde was harder lijkt dan geknede was. De was kan gaan brokkelen. Je zult dan de was weer wat zachter moeten maken, bijvoorbeeld met een föhn, om het geheel in de goede vorm te krijgen.

Overige tips

Sommige mensen klagen erover dat bijenwas snel smelt en vervormt. Cruyff zou meteen zeggen, "Elk foordeel hep z'n nadeel". Om de bijenwas steviger te maken kun je er as in mengen van hardhout (bijv. Eucalyptus). De was wordt daardoor donkerder (gaat zelfs kwa kleur een beetje lijken op de zachtere Australische bijenwas). En het smeltpunt komt hoger te liggen en de was wordt steviger.
Wat je NIET moet doen, is parafine (gewone kaarsen) mengen in de bijenwas. De was zal daardoor misschien wel harder worden, maar parafine is niet bepaald gezond om een hele tijd tegen je mond te houden en op te lebberen. Niet dat je er de volgende dag ziek van wordt, maar op de langere termijn is het niet echt gezond (vergelijk met de loden waterleidingen van de Romeinen).
 
Au Bain Marie

Succes!